Hij nam de bewoners van Jeruzalem mee: de leiders van de stad, alle mannen die met wapens konden omgaan (10.000 in totaal) en alle timmermannen en smeden. Alleen de arme mensen liet hij achter.
Koning Nebukadnezar maakte tienduizend inwoners van Jeruzalem tot gijzelaar, met alle prinsen, de beste soldaten, timmerlieden en smeden. Zo bleven slechts de allerarmsten in het land achter.